Zijn donkere, emotieloze ogen gleden langs de horizon. Hij kwam weer in beweging, om in mum van tijd 50 meter verderop te staan. De hengst bewoog zich langs de rand van de velden, verscholen in de duisternis afkomstig van de aangrenzende bomen. Wanneer hij daadwerkelijk bewoog gebruikte hij zijn gebruikelijke snelheid, om ongeveer de 50 meter kwam de schim tot stilstand om één te worden met de schaduwen.
Letterlijk onzichtbaar. Het betreurde hem nog steeds, dat hij zich niet kon verplaatsen als hij onzichtbaar was - maar daar had hij zich maar gewoon bij neer moeten leggen.
De bruine hengst was weer aan het rennen geslagen, zijn manen - die vol klitten en takjes zaten - zwiepten wild heen en weer, zijn bruine vacht en gehavende lichaam waren amper te herkennen met de snelheid waarin hij verder trok. Na weer 50 meter - als de control freak die hij was - kwam de hengst tot stilstand. En binnen enkele seconden, was hij weer volledig aan het zicht ontrokken. Hij wierp een blik omhoog, naar de donkere lucht - ondanks dat hij al wist dat het nog geen blauwe maan was. Hij mocht nog niet moorden, nog niet.. Maar dat wilde hij wel - verdomd graag zelfs.
Wat was er in hemelsnaam van hem geworden?De geur van een ander, onbekend paard drong zijn neus binnen. Zijn oren bewogen alert heen en weer. Een kleine grijns vormde zich rond zijn lippen. Moorden was dan nog wel niet toegestaan, maar zijn moeder had hem nooit verboden te spelen met zijn eten.
Dat was een hobby geworden van de nog jonge Hallucination, in die korte tijd dat hij een schim was. Manipuleren, beïnvloeden..
Gek maken. In principe schrokken andere paarden - als het geen blauwe maan was, natuurlijk - enkel van zijn brute verschijnen, zijn doffe vacht, duistere ogen en de honderden littekens op zijn lijf. Zijn gescherpte hoektanden vielen te verbergen. Met een beetje overtuigingskracht, kon hij zonder argwaan doorgaan voor een doodnormaal paard. Moorden mocht niet, maar vechten wel - en dat was ook wel wat vaker voorgekomen wanneer een ander.. normaal paard hem niet goed beviel.
De jonge hengst kwam weer tevoorschijn, hij snoof nog een maal - ondanks dat het overbodig was met zijn verbeterde reukvermogen en hij de richting van het andere paard allang had bepaald. Op een rustig drafje ging hij weer verder, waarbij hij afweek van zijn gewoonlijke koers langs de rand van het bos en meer de velden in trok. Het duurde even, hij onderschatte de traagheid van een normaal drafje nog wel eens, maar uiteindelijk zag hij het andere paard staan. Bovenop een klein heuveltje. Zijn eerst ietwat.. duivelse grijns maakte direct plaats voor een neppe, vriendelijke glimlach. Hij nam de hengst in zich op, maar zijn aandacht werd vooral getrokken door de bloedrode ogen van het paard.
"Met wie heb ik het genoegen?” doorbrak Hallu's, voor zijn doen absurd vriendelijke en vrolijke, stem de stilte.
Words: 481||Tag: Utaro || Note: daaaamn ik heb dit gemist <3