Clementine rende rustig achter Darcy aan, de vrije tijd die ze thuis had gehad had ze gevuld met hardlopen. Dus met haar conditie was niets mis. Ze stopten ergens in het midden van het bos. "Kijk, hutten!" duidde haar districtgenoot het onnodige aan. "Hoe kunnen we daar in komen?" Zonder op antwoord te wachten, was de jongen al omhoog geklauterd. Hij lag op zijn buik op het plateau en stak zijn armen naar haar uit. Clem rolde met haar ogen en grinnikte zacht. "Ik kan er zelf wel op komen, hoor." Ze volgde zijn voorbeeld en klauterde ook de boom in. Ze keek rustig de hut rond. "Well, dit had ik niet aan zien komen in de Hongerspelen," merkte ze droogjes op.
Troy hoorde een vrouwelijke stem achter hem. Hij kwam tot stilstand en draaide zich langzaam om, zijn zwaard in de aanslag. "Wat moet je?"
Austin had peinzend naar zijn zusje gekeken, waarom moest hén dit overkomen? De jongen slaakte een zucht. Hij keek de kring even rond, waarna hij zag dat één jongen van het platform afsprong. Austin volgde zijn voorbeeld en in de hoop dat zijn zusje niet naar de hoorn zou komen, stormde hij er zelf wel op af. Hij pakte pijl en boog en een mes, gevolgd door een rugzak.