Ariël kijkt naar het schip naar Hook. Hij staat op de voorkant van het schip met een schim, waarschijnlijk vrouwelijk, vlak naast hem. Na beter gekeken te hebben weet ze zeker dat het een vrouw is, maar ze is niet jaloers, absoluut niet. Waarom zou ze jaloers zijn, ze houdt van Hook en ze weet dat hij ook van haar houdt.
Emma kijkt terug. 'Ik ben bijna overal geweest, nooit lang op dezelfde plek gebleven. Gewoon niks voelde als thuis aan. Ik ben keer op keer opnieuw in mijn auto gestapt op zoek naar thuis. Uiteindelijk kwam ik op een grote weg en een klein bordje gaf de afrit aan. Ik wist dat ik niet hield van grote steden, dus die mysterieuze afrit trok me aan. Aan het eind van de smalle weg lag Storybrooke. Nu ben ik hier al een tijdje en ik moet zeggen, het bevalt me prima, dit is mijn thuis.' Ze glimlacht, zou hij het snappen?